Elisabeth Blom
Oprichter, artistiek leider en sopraan

Elisabeth Blom richtte in 2016 The Zed Consort op, in 2020 getransformeerd naar Hollands Collectief. Ze heeft een grote passie voor ensemble-zang, het zingen in een kwartet is een sterk verlangen dat bij Hollands Collectief gestalte krijgt. Als sopraan is ze tevens verbonden aan Cappella Amsterdam, Nederlands Kamerkoor, Amsterdam Baroque Choir en incidenteel bij andere professionele koren. 

Als sopraansoliste vertolkte ze ondermeer Chants de terre et de ciel van Olivier Messiaen, Miroir de Peine van Hendrik Andriessen, liederen van Daan Manneke en Gerard von Brucken Fock, maar ook de overbekende aria’s uit de bekende Oratoriumwerken uit de Matthaus Passion van J.S. Bach en de Messiah van G.F. Handel.

Elisabeth Blom is dirigent van Cappella Breda (voorheen geleid en opgericht door Daan Manneke) en Kamerkoor Lelystad. Ze was als dirigent acht jaar verbonden aan het Roosevelt College Choir in Middelburg, waarmee ze diverse reizen organiseerde naar de beroemde koren in Cambridge, o.a. The Choir of St. Johns College. Verder leidde ze het Achterhoeks Bachkoor, Zeeuws Vocaal Ensemble, Boxmeers Vocaal Ensemble en kamerkoor Ars Vocalis Delft.

Elisabeth Blom begon haar professionele muziekcarrière toen ze Jeugdkoor Ruach oprichtte in 2003. Dit koor behaalde de juryprijs en de publieksprijs op het Nederlands Koorfestival in 2012 en werd daarmee Koor van het Jaar 2012. Later veranderde zij de naam in The Leiden Choristers, deze groep werkte in 2014 mee aan de cd-opname van Daan Manneke 75 jaar.

Elisabeth Blom studeerde koordirektie aan het Rotterdams Conservatorium bij Wiecher Mandemaker een volgde de Masteropleiding koordirektie bij Jos van Veldhoven aan het Koninklijk Haags Conservatorium.  Ze nam deel aan diverse masterclasses, waaronder vier maal de Kurt Thomas Cursus Utrecht en de internationale masterclass for choral conductors van Studium Chorale in Maastricht, waar ze les kreeg van Hans Leenders en Daniël Reuss.

Elisabeth genoot zanglessen van Margareth Roest, Esther Putter, Connie de Jongh, Harjo Pasveer, Rita Dams en wordt momenteel gecoached door Hanneke de Wit.

In 2019 was ze jurylid bij het Nederlands Koorfestival. In 2021 is ze als docent koordirectie en stemvorming verbonden aan de Kurt Thomas Cursus in Utrecht.

Hebe de Champeaux
Hebe de Champeaux is een Nederlands/Amerikaanse dirigent, mezzosopraan en violiste. Ze begon op 4-jarige leeftijd met viool spelen. Ze heeft haar vioolstudie Bachelor of Music cum laude afgerond aan de San Francisco State University, waar ze uitgebreid instructie kreeg in kamermuziek van het Alexander String Quartet.

Daarna behaalde ze haar Master of Music orkestdirectie aan de Indiana University in Bloomington en een Bachelor of Music in koordirectie aan het Conservatorium van Amsterdam. Ze studeerde orkestdirectie bij Imre Pallo, Thomas Baldner, Yair Samet en koordirectie bij Jos Vermunt en Jos van Veldhoven. Later studeerde ze ook zang bij Hein Meens, Pierre Mak, James McCray, Esther Linssen, Capucine Chiaudani en Ira Siff. Ze werd aan de Indiana University benoemd tot Graduate Assistent Conductor voor het IU Opera Theater seizoen 2004-2005. Ze heeft daarnaast masterclasses directie gevolgd bij Kurt Masur, Jorma Panula, Boris Hinchev, Colin Metters alsmede vocale workshops oude muziek met Rebecca Stewart, Adrian van der Spoel en Gabriel Garrido.

In 2007 was ze de winnares van de Jury’s Prize tijdens de Bela Bartok International Opera Conducting Competition en in 2009 ontving ze een eervolle vermelding van de Taki Concordia Conducting Fellowship voor vrouwelijke dirigenten.

Hebe was gastdirigent/violist bij het Romanian Opera House in Cluj bij de productie van Piazzolla’s tango opera Maria de Buenos Aires in 2008, nadat ze eerder in 2006 dezelfde productie in Bloomington met haar eigen ensemble, ExArt, had uitgevoerd. In Nederland dirigeerde ze het Promenade Orkest, Continuo Rotterdam en Florilegium Musicum in samenwerking met veschillende groot oratoriumkoren. In het buitenland dirigeerde ze het St. Petersburg State Academic Orchestra tijdens een masterclass en uitvoering van Mahler’s 5e symfonie en de Bulgaarse Staats Opera tijdens een masterclass en voorstelling van Puccini’s Madame Butterfly.

Hebe is sinds 2010 werkzaam in Nederland. Onder haar leiding staan nu het Leiden English Choir, Audite Nova Kamerkoor, het Apeldoorns Symfonieorkest, en Decamerone Kamerkoor. Ze zingt ook mee met het professioneel kamerkoor Studium Chorale en Cappella Amsterdam. Hebe is ook als docent actief en heeft daarbij o.a. masterclasses directieverzorgd bij Bureau Huismuziek en in het Muziekpakhuis in Amsterdam. Hebe geeft tijdens de zomermaanden zang workshops bij Buitenkunst.

Dolf Drabbels
De Nederlandse tenor Dolf Drabbels studeerde solozang aan het ArtEZ conservatorium in Arnhem bij Harry van Berne. Hij volgde masterclasses bij Roberta Alexander, David Wilson Johnson en Beryl Foster. Tegenwoordig wordt Dolf Drabbels gecoached door Marcel Reijans.

Inmiddels is Dolf Drabbels een veelgevraagd solist en heeft hij gewerkt met de vooraanstaande dirigenten Daniel Reuss, Klaas Stok, Etienne Siebens en Jan Willem de Vriend.

Verder heeft hij zich bekwaamd als ensemblezanger en zingt regelmatig in gerenommeerde ensembles zoals Cappella Amsterdam o.l.v Daniel Reuss, Amsterdam Baroque Choir o.l.v Ton Koopman, het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Peter Dijkstra en het Groot Omroep Koor.

Een greep uit het repertoire van Dolf Drabbels omvat de missen en het Requiem van W.A. Mozart, de cantates en de passies van J.S. Bach, de Messiah van G.F. Händel, de missen van L. van Beethoven en verschillende werken van

J. Haydn. Ook is Dolf Drabbels thuis in het liederenrepertoire van de componisten F. Schubert, R.Schumann, G. Fauré en F. Poulenc.

Kees Jan de Koning
De basbariton Kees Jan de Koning studeerde aanvankelijk blokfluit aan het Utrechts Conservatorium. In de periode van het behalen van zijn diploma in 1983 begon hij aan een zangstudie, eerst bij de bas Peter Kooy, daarna bij zangpedagoog Herman Woltman.

Hij sloot zijn zangopleiding af in 1991 aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag, waaraan hij al het jaar daarop als zangdocent verbonden werd.

Eveneens in 1992 verwierf hij een vaste plaats in het vermaarde Nederlands Kamerkoor. Daarnaast vormt de bas van Kees Jan de Koning het fundament van het internationaal bekende Quink Vocaal Ensemble; bovendien verleent hij regelmatig zijn medewerking aan diverse belangrijke Europese ensembles, zoals het Huelgas Ensemble, het Gesualdo Consort Amsterdam, EgidiusKwartet, Weser Renaissance en Cappella Amsterdam.. Hij werkte in deze ensembles mee aan vele cd-opnamen. Als solist treedt hij op in opera- en oratoriumconcerten en werkt daarbij samen met gerenommeerde dirigenten als Frans Brüggen, Paul van Nevel, Risto Joost, Philippe Herreweghe, Reinbert de Leeuw en Tõnu Kaljuste.

Ook in deze hoedanigheid verleende Kees Jan de Koning medewerking aan diverse cd-opnamen.

De laatste jaren is hij ook actief als projectdirigent en vocale koorcoach.