Orgelconcert
Donderdag 24 juli 2003, 20.15 uur
toegang € 5,-
Aart Bergwerff
Let's
dance!
Oude en nieuwe dansvormen in de orgelliteratuur
MARCHE
Alphonse Mailly (1833-1918)
Marche Solennelle
SARABANDE
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
An Wasserflüssen Babylon BWV 653
SUITE
Georg Böhm (1661-1733)
Partita "Ach wie nichtig, ach wie flüchtig"
ALLEMANDE & PAVANE
Uit het Manuscript (1599) van Susanne van Soldt:
Almande Prynce
Pavana Hispania
Wilhelmus
MODERNE DANS
Jehan Alain (1911-1940)
Deux danses à Agni Yavishta
PASSACAGLIA
Joseph Rheinberger (1839-1901)
Introductie en passacaglia uit Sonate VIII in e kl.t.
GIGUE
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Dies sind die heil'gen Zehn Gebot BWV 679
BOLÉRO
Louis-James-Alfred Lefébure-Wély (1817-1869)
Boléro de concert, opus 166
TANGO
Astor Piazzolla (1921-1992)
Adiós Nonino (bewerking voor orgel: Aart Bergwerff)
TOELICHTING
De Mars behoort tot de muziek, die is gecomponeerd om op te lopen, eerder dan om op te dansen.
De "Marche Solenelle" van Mailly is een pompeus stuk, bedoeld bij het begin van de mis, wanneer bisschop, priesters en koor de kerk betreden. Luisterend naar dit stuk kan men zich niet aan de indruk onttrekken dat het is gecomponeerd op het hoogtepunt van het "rijke Roomse leven."
Bach's "An Wasserflüssen Babylon" is een bewerking over de vesperpsalm 137, over het joodse volk in ballingschap in het land Babylon. In een donker getinte zetting is de melodie in de tenor voorzien van veel versieringen, en doet denken aan een "cromorne en taille" uit de Franse orgelliteratuur. De maatgeving is echter die van een Sarabande: een van oorsprong Spaanse dans, die al spoedig na de introductie werd verboden (1583), waarmede deze van oorsprong snelle paardans natuurlijk nog populairder werd. In de 17e eeuw wordt het tempo langzamer; in een ¾ of 3/2 maat valt het accent vaak op de tweede tel.
De variatiereeks (partita) "Ach wie nichtig, ach wie flüchtig" van Georg Böhm is eigenlijk een Franse Suite: een verzameling van verschillende dansvormen. Böhm werkte in het Noordduitse Lüneburg, en kwam in aanraking met de musici van het Franse hof in Celle, niet ver bij hem vandaan. Een Franse prinses, Eléonore d' Olbreuse, trouwde een Duitse vorst, en vestigde zich met haar gehele hof, inclusief het orkest, in Duitsland. Deze musici speelden in de Franse stijl, en inspireerden Böhm tot het componeren van orgelmuziek in deze stijl: als dat geen inburgeren is ! Na het koraal hoort u Bourrée 's, Menuetten en Sarabande in de variaties. De registraties zijn overeenkomstig een Franse orgelsuite: Récit de Nasard, Dessus de Cromorne, Basse de Trompette, Trio, Flûtes, Dialogue sur les Grands Jeux.
De Allemande kent een tweedelige vorm in een eveneens tweedelige maatsoort, met een zekere statigheid en een korte opmaat. De Pavane is eigenlijk een oudere vorm en tevens voorganger van de allemande: nog statiger dan deze, want "pavo" in het Spaans betekent pauw.
Van een hele andere orde is de moderne dans van Jehan Alain. In zijn korte leven heeft Alain veel bijgedragen aan de vernieuwing van de orgelmuziek: de "Deux Danses à Agni Yavishta" zijn ontstaan uit zijn grote belangstelling voor het hindoeïsme en de Indiase muziek, Agni Yavishta is de godin van het vuur.
De Passacaglia is een van oorsprong Spaanse dans (pasar una calle = over straat wandelen).
Deze bestaat uit een reeks variaties boven een gegeven baslijn, welke bas het gehele stuk aanwezig blijft. Het metrum is driedelig. De beroemdste passacaglia is die van J.S. Bach, die daarmede de grondslag legde voor vele andere orgelcomponisten, onder wie Joseph Rheinberger.
Een bewerking over een kerklied in de vorm van een Gigue komt niet zo vaak voor: toch is dat het geval in Bach's bewerking over "Dies sind die heil'gen Zehn Gebot ", een lied over de tien geboden. Een van oorsprong Ierse dans, met een uitgelaten ritme en melodie, geeft het stuk een zeer vrolijk karakter. Luisterend naar dit werk lijkt Bach te willen verwijzen naar het Joodse feest "Vreugde der Wet", in ieder geval ademt het werk één en al vrolijkheid.
Lefébure-Wély was in het Parijs van de negentiende eeuw een geliefd componist, graag gezien in kerk, salon en Moulin Rouge. Van hem is de Boléro de Concert, een uitgecomponeerde salonboléro, waarin het orgel klinkt als een draaiorgel, want men kan nu eenmaal niet altijd even serieus zijn. Als opwarmer voor de tango is dit stuk eigenlijk gecomponeerd voor een Frans harmonium, maar ook op orgel is het niet te versmaden.
De laatste dans van vanavond is de Tango: ontstaan rond 1900 in Zuid-Amerika, is de tango in Argentinië niet slechts een dans, maar een stijl van leven, een cultuur geworden, waar het dagelijks leven nog immer mee doordrenkt is. De tango 'Adiós Nonino' is in Nederland beroemd geworden door de uitvoering op het koninklijk huwelijk op 2 februari 2002 te Amsterdam. Vanavond niet gespeeld op de bandoneon, maar op het kerkorgel: laat u meevoeren in de volstrekt willekeurige afwisseling van emoties in het stuk, en schroom niet zelf de voeten van de vloer te laten komen in deze 'maximale' slottango !
Aart Bergwerff